De oefentherapeut is een paramedicus die gespecialiseerd is in houding en beweging. De kracht van oefentherapie Cesar is dat u herhaling van lichamelijke klachten leert voorkomen. De oefentherapeut richt zich op het verminderen, wegnemen en voorkomen van klachten aan het bewegingsapparaat door middel van het optimaliseren van houdings-, en bewegingspatronen.
Oefentherapie Cesar wordt gegeven nadat er een oefentherapeutisch onderzoek is afgenomen. Na het onderzoek krijgt u uitleg over uw houdings-, en bewegingspatronen in relatie tot uw klachten en mogelijke klachten. Nadat het behandeldoel en plan met u is besproken zal de therapie starten. Samen analyseren we dan uw bewegingsgedrag en ontdekt u andere en gezondere manieren van bewegen!
Door u te stimuleren zelf na te denken over oplossingen en door samen aanpassingen te zoeken in uw houding en uw bewegingspatronen, zult u een optimaler bewegingspatroon sneller eigen maken.
Hierdoor kunt u lichamelijke klachten verminderen en voorkomen. In de behandeling staat uw hulpvraag altijd centraal.
De kinderoefentherapeut behandeld kinderen (0-18 jaar) die ten gevolge van een stoornis, afwijking en/of achterstand in hun sensoriek en motoriek hinder ondervinden in het dagelijks leven. Naast een motorische ontwikkelingsachterstand kunnen kinderen ook gedrags-, contact- en/ of aandacht stoornissen hebben. Beïnvloeding van deze gedrags-, contact-, en/ of aandacht stoornissen vormen binnen de kinderoefentherapie geen behandeldoel op zich, maar de kinderoefentherapeut is geschoold in het omgaan met, en de aanpak van kinderen met dergelijke onbehandelbare factoren tijdens de kinderoefentherapeutische behandeling.
De kinderoefentherapeut richt zich op de hulpvraag van uw kind of de probleemhandelingen die uw kind ervaart. Denk daarbij aan het niet mee kunnen komen bij de gym, zwemles, maar ook aan moeite met knutselen en schrijven. Signalen kunnen mogelijk van ouders, verzorgers, leerkrachten, huisarts, specialist of jeugdarts komen. Kinderoefentherapie is erop gericht kinderen door middel van spel, gerelateerd aan de cognitieve ontwikkeling, te stimuleren tot sensomotorische ontwikkeling.
Bij het jonge kind (0-4 jaar) kunt u denken aan problemen bij het behalen van motorische mijlpalen en/of het hebben van een voorkeurshouding. Signalen kunnen dan ook vanuit het consultatiebureau komen./
Kinderoefentherapie wordt gegeven nadat er een motorische ontwikkelingsachterstand of een motorische afwijkende ontwikkeling is getest door middel van het kinderoefentherapeutisch onderzoek. Na het onderzoek wordt er een verslag geschreven welke met de ouders besproken wordt voor aanvang van de behandelingen. Het behandeldoel en plan is gericht op het oplossen van problemen in activiteiten en participatie die worden veroorzaakt door een motorische ontwikkelingsachterstand.
Indicaties:
Baby’s en Peuters
• Het achterblijven in de ontwikkeling van het rollen, zitten, kruipen staan en lopen
• Niet soepel bewegen
• Weinig initiatief nemen of weinig onderzoekend zijn
• Een asymmetrische houding (voorkeurshouding) met en zonder een scheef of afgeplat hoofd
• Een hoge spierspanning (dit gaat vaak gepaard met overstrekken en huilen)
• Een lage spierspanning (een kind voelt dan te slap aan)
• Angstig en onrustig zijn
• Veel vallen
• Zich niet goed opvangen bij vallen
Kleuters en onderbouw
• Veel vallen/struikelen
• Niet mee kunnen komen met de gymles (bijvoorbeeld met klimmen/mikken/vangen/evenwicht)
• Niet mee kunnen komen met het spelen buiten op het plein.
• Houterig bewegen
• Een opvallend looppatroon(bijvoorbeeld op de tenen lopen, slepen met de voeten, stampen)
• Onrustig en daarom veel bewegen
• Slappe houding, bijvoorbeeld moeite met rechtop zitten op een stoel, of bijvoorbeeld moeite met kracht zetten bij het schoppen en/of gooien van een bal
• Angstig in bewegen en/of weinig exploratie gedrag
• Leren fietsen of het behalen van zwemdiploma lukt niet (hoe eerder we kleuters zien die hier moeite mee hebben hoe beter)
• Niet willen tekenen of kleuren
• Moeite met tekenen of kleuren
• Gespannen potloodgreep
• Geen duidelijke voorkeurshand
• Moeite met knippen, plakken, vouwen en/of bouwen
• Vaak dingen laten vallen of dingen omstoten
• Moeite om mee te komen met de schrijfles, qua netheid en/of tempo en/of kramp en pijn
• Een nog niet goed ontwikkelde en/of gespannen pengreep
• Niet willen schrijven
• Moeite met aankleden, knopen en/of ritsen openen/dichtmaken, veters strikken
Bovenbouw
• Opvallende houding, ingezakt of juist heel erg gespannen
• Onleesbaar handschrift
• Niet mee kunnen komen met de gymlessen en/of niet mee kunnen doen met de (bal)spelen op het schoolplein
Sensorische informatieverwerking
Enkele kenmerken die kunnen wijzen op een probleem in de prikkelverwerking
• vermijd prikkels: trekt zich terug, wil de regie houden, overstemt een irriterende prikkel door bijvoorbeeld zelf heel veel lawaai te maken.
• gevoelig voor prikkels: huilerig, snel van slag, snel afgeleid
• gebrekkige registratie: neemt weinig of geen initiatief, regeert niet of vertraagd, komt ongeïnteresseerd over, reageert niet op eigen naam.
• prikkel zoeker: druk, irriteert andere met zoekgedrag, maakt taken niet af, zit continue te friemelen
Indicaties:
Voor Oefentherapie Cesar scolt u naar beneden.
Filmpje 1 : Hoe je met de juiste houding en beweging klachten kunt voorkomen
Filmpje 2: Hoe ziet de behandeling van de oefentherapeut eruit?
Filmpje 3: Wat is een oefentherapeut?